Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2023 Jaarrekening 2023

Grondslagen voor de waardering

Algemene waarderingsgrondslagen

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Voor zover van toepassing wordt met oninbaarheid rekening gehouden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het wettelijke verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Op basis van de aanbevelingen van de commissie BBV geldt hetzelfde voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met een jaarlijks constante ontwikkeling.


Vaste activa

Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de investering in mindering gebracht. De afschrijving is gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa met economisch nut Deze zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings-prijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.

Afschrijving vindt op lineaire wijze plaats vanaf 1 januari na het moment van ingebruikneming op basis van de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Indien het bestaan van een investering niet kan worden vastgesteld of de investering is vervangen door een andere investering, is de investering afgewaardeerd.

Materiële vaste activa met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven betreffen investeringen in riool, milieu en begraafplaatsen, waarvoor de rioolheffing, afvalstoffenheffing en begraafrechten worden geheven.

Zoals het nieuwe BBV voorschrijft worden materiële vaste activa met maatschappelijk nut in de openbare ruimte geactiveerd. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

In de afschrijvingstabel behorende bij de financiële verordening 2019 is een overzicht opgenomen met alle afschrijftermijnen.

Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is.

Financiële vaste activa

De financiële vaste activa zijn in de balans opgenomen op basis van historische kostprijs, dan wel duurzaam lagere marktwaarde. De waardering van deelnemingen vindt plaats tegen de nominale waarde van het gestorte kapitaal.

Vlottende activa

Voorraden

In de waardering van de voorraden zijn de kosten van de grond- en hulpstoffen, evenals de direct en indirect toerekenbare loon- en overheadkosten begrepen. Dit betreffen kosten voor voorbereiding, uitvoering evenals algemene, toerekenbare kosten. Met de op balansdatum opgetreden waardeverminderingen wordt rekening gehouden bij de waardering van de voorraden. Tussentijds worden gerealiseerde opbrengsten in mindering gebracht op het onderhanden werk.

De kosten die worden gemaakt voor investeringen in maatschappelijk nut in de openbare ruimte die deel uitmaken van het onderhanden werk, worden op het grondcomplex verwerkt. Dit betreft voornamelijk kosten van grond- weg- en waterbouwkundige werken. De winstneming op het onderhanden werk geschiedt na afronding van het werk (completed contract methode). Onder voorwaarden mag winstneming naar rato van de voortgang van het project plaatsvinden (percentage of completion methode). Alleen als de realisatie van de winst zeker is gesteld en in combinatie met een raadsbesluit is tussentijdse winstneming toegestaan. Niet in exploitatie genomen gronden worden alleen geactiveerd als een reëel en stelling voornemen tot exploitatie bestaat.

In de balansrubricering is rekening gehouden met de notitie Grondexploitaties 2016 van de commissie BBV.

Voor de geraamde nog te maken kosten en opbrengsten van de bouwgronden in exploitatie vanaf 2020 wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid en het MPG.

Vorderingen, overlopende activa en liquide middelen

Vorderingen worden gewaardeerd op de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.

Voor de algemene debiteuren is de voorziening voor oninbaarheid op basis van ouderdom als volgt berekend:

Ouderdom

% uitstaande vordering

Ouder dan 2 jaar

100%

Tot 2 jaar

5%


Voor de debiteuren sociale zaken wordt rekening gehouden met een voorziening dubieuze debiteuren van 75% van de openstaande vordering. De dubieuze debiteuren BSGR zijn bepaald op basis van een individuele beoordeling van de BSGR.

De overlopende activa en liquide middelen zijn eveneens op basis van de nominale waarden gewaardeerd. Onder de overlopende activa worden opgenomen:

  • de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel;
  • overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen.


Vaste passiva

Eigen vermogen

Het totale eigen vermogen is gelijk aan het eigen vermogen van voorgaand jaar vermeerderd of verminderd met het gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten. Voor zover de gemeenteraad gedurende het jaar al besluiten over bestemmingsreserves heeft genomen, zijn de effecten van deze besluiten in de stand van die reserves per jaareinde verwerkt. Uit het resultaat voor reservemutaties en de effecten van genoemde raadsbesluiten inzake goedgekeurde reservemutaties volgt een resultaat voor bestemming, dat als een gescheiden post van het eigen vermogen is gepresenteerd.

De reserves van het eigen vermogen worden onderscheiden in een algemene reserve en bestemmingsreserves.

De bestemmingsreserves zijn door de gemeenteraad ingesteld voor specifieke doeleinden, zoals de financiering van activa, verwachte bijdrage in projecten of relevante risico’s. Voor alle bestemmingsreserves geldt dat de gemeenteraad over de aard en omvang kan beslissen.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen, verliezen en/of risico’s die niet exact bekend zijn, maar redelijkerwijs geschat kunnen worden.

Daarnaast worden voorzieningen gevormd ter egalisatie van lasten en geleidelijk komen tot kostendekkende tarieven. Dit zijn vooral de voorzieningen voor groot onderhoud, welke zijn gebaseerd op beheerplannen. Op basis van de gemiddelde lasten volgens de beheerplannen wordt jaarlijks de dotatie aan de voorziening bepaald. De werkelijk kosten voor onderhoud worden aan de voorziening onttrokken. Jaarlijks wordt de hoogte van de voorziening getoetst op basis van de staat van het onderhoud en de status van uitvoering van de beheerplannen. Kosten van renovatie en restauratie worden geactiveerd en afgeschreven.

De toevoegingen aan en eventuele vrijval van voorzieningen komen ten laste of ten gunste van de programma’s waarop zij betrekking hebben.

Langlopende schulden

De langlopende schulden zijn op basis van de nominale waarden gewaardeerd, verminderd met de tot en met de in het boekjaar gedane aflossingen. Het onderscheid tussen langlopende schulden en kortlopende schulden is gebaseerd op de rentetypische looptijd.

Vlottende passiva

De vlottende passiva zijn op basis van de nominale waarden gewaardeerd. Onder de overlopende passiva worden afzonderlijk opgenomen:

  1. verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume;
  2. de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren;
  3. overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen.


Gewaarborgde geldleningen

Dit betreft voor derden gegarandeerde geldleningen. De gemeente staat er bij een geldgever borg voor dat een derde de aflossing en rente van een lening betaalt. Het gaat hierbij om leningen aangegaan door instellingen en/of verenigingen.