Rijksbeleid
Algemeen uitgangspunt is dat de gemeente geen eigen inkomenspolitiek voert. Artikel 216 van de Gemeentewet bepaalt, dat de raad besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting. Hiervoor wordt een belastingverordening vastgesteld. De gemeentelijke belastingheffing is gebaseerd op de artikelen 220 tot en met 229 van de Gemeentewet. De heffingen/rechten mogen niet meer opbrengen dan de kosten die de gemeente maakt (maximaal 100% kostendekking). Er zijn landelijke richtlijnen waarin staat aangegeven welke kosten daarin betrokken mogen worden.
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)
Met ingang van 1 januari 2013 zijn de werkzaamheden met betrekking tot de heffing en invordering van de OZB, BRWB, parkeerbelasting (naheffingsaanslagen), hondenbelasting, precariobelasting, toeristenbelasting, marktgelden weekmarkt, havengelden, begraafrechten, afvalstoffenheffing en rioolheffing overgedragen aan de BSGR. In 2023 zijn ook de werkzaamheden met betrekking tot de Bedrijfsinvesteringszone overgedragen aan de BSGR.
Ook de taken die voortvloeien uit de Wet WOZ (waardering onroerende zaken) worden door de BSGR uitgevoerd.
Gemeentelijk Tariefbeleid
De inflatiecorrectie, die moet worden toegepast bij belastingen om de reële opbrengst gelijk te houden, is door de raad voor 2023 bepaald op 4,77%. Bij de vaststelling van de tarieven van de OZB en BRWB is rekening gehouden met de waardestijging van het onroerend goed. Voor de heffingen/rechten is zoveel mogelijk een kostendekkend tarief bepaald.
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
In 2023 zijn de waarden van de onroerende zaken naar de waarde peildatum 1 januari 2022 per beschikking aan belanghebbenden bekendgemaakt op grond van de Wet WOZ. De OZB wordt voor woningen alleen geheven van de eigenaren.
Voor niet-woningen worden zowel eigenaren en gebruikers aangeslagen voor de OZB. De herwaardering van de onroerende zaken vindt jaarlijks plaats.
Bij de definitieve vaststelling van de tarieven OZB voor 2023 (raadsbesluit 15 december 2022) is rekening gehouden met een waardestijging per 1-1-2022 (=waardepeildatum voor OZB 2023) ten opzichte van 1-1-2021 voor woningen van 12,28% en een waardestijging van 1,40% voor niet-woningen.
Belastingen op Roerende Woon- en Bedrijfsruimten (BRWB)
De tarieven zijn op hetzelfde niveau vastgesteld als de OZB. Ook hier geldt dat het de belasting alleen wordt geheven van eigenaren. Alleen de eigenaren van woonschepen krijgen deze belasting opgelegd.
Rioolheffing
De kostendekkendheid van de rioolheffing is in de Begroting 2023 ingezet op 100%. Bij de berekening van de tarieven wordt rekening gehouden met het gebruik van de egalisatievoorziening rioolheffing. In de begroting 2023 is een onttrekking aan de voorziening opgenomen van € 424.000. De totale kosten (€ 5.015.000) vallen ten opzichte van de begroting (€ 4.744.000) met € 271.000 hoger uit. De opbrengst bedraagt € 4.645.000 en is € 99.000 lager dan geraamd (€ 4.744.000). Deze cijfers leiden tot een lagere onttrekking aan de voorziening van € 54.000.
Afvalstoffenheffing
Ook voor de afvalstoffenheffing geldt in principe een kostendekkend tarief. Bij de berekening van de tarieven wordt rekening gehouden met het gebruik van de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing.In de begroting 2023 is een dotatie aan de voorziening opgenomen van € 212.000. De totale kosten (€ 8.315.000) vallen ten opzichte van de begroting (€ 8.149.000) met € 166.000 lager uit. De opbrengst bedraagt € 9.015.000 en is € 193.000 lager dan geraamd (€ 9.208.000). Deze cijfers leiden tot een dotatie aan de voorziening van € 700.000 (voordelig verschil t.o.v. de begroting € 488.000).
Toeristenbelasting
De tarieven voor toeristenbelasting 2023 (€ 1,33 laag tarief en € 1,86 hoog tarief) zijn, conform de in het verleden met de ondernemers afgesproken convenant, ten opzichte van 2022 niet verhoogd.
De belasting wordt na afloop van het jaar op aangifte afgedragen aan de BSGR. De opbrengst 2023 wordt na afloop van het kalenderjaar ontvangen. Dit wordt boekhoudkundig op basis van een schatting in 2023 verantwoord.
Als gevolg van de corona pandemie was het aantal overnachtingen in de afgelopen jaren gedaald t.o.v. de pré corona periode. Het aantal overnachtingen is in 2023 weer gestegen. Het voorschot wat medio 2023 in rekening is gebracht bij logiesverstrekkers was, n
et als in voorgaande jaren, 40% van het aantal overnachtingen van het voorgaande jaar. O.a. door een hogere afrekening over 2022 waarmee in de jaarrekening 2022 nog geen rekening is gehouden is de verwachting dat de totale opbrengst toeristenbelasting ca. € 100.000 hoger zal zijn oorspronkelijk begroot. In het jaarlijkse overleg met de ondernemers zal de voorgenomen tariefstijging voor 2025 worden besproken.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt alleen geheven voor terrassen standplaatsen. De tarieven zijn met 4,77% verhoogd ten opzichte van 2022. Door achterstanden in de verwerking zijn over 2022 en 2023 nog geen aanslagen precariobelasting opgelegd daarom zijn de begrote baten als nog te ontvangen bedragen opgenomen in de jaarrekening 2023.
Hondenbelasting
De tarieven hondenbelasting zijn met het inflatiepercentage van 4,77% verhoogd. In 2023 zijn net als in voorgaande jaren huis-aan-huis hondenbelastingcontroles gehouden. De opbrengst bedroeg over 2023 € 464.572 tegenover € 445.206 in 2022.
Wabo leges
De opbrengst van de Wabo leges is hoger dan waar in de begroting rekening mee werd gehouden, via de najaarsbestuursrapportage '23 is de begrote opbrengst met € 482.000 verlaagd naar € 1,1 mln. Voornaamste oorzaak voor de hogere opbrengst ligt in legesaanvragen met hoge bouwkosten die nog in 2023 zijn verantwoord.