Rijksbeleid
De gemeente kan in beginsel zelf de mate van beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen bepalen. Daarbij wordt rekening gehouden met het civiele recht over aansprakelijkheid. Het nalaten van noodzakelijk onderhoud kan door de rechter worden aangemerkt als onrechtmatige daad (6:162 Burgerlijk Wetboek) of risico aansprakelijkheid (bijvoorbeeld 6:174 Burgerlijk Wetboek).
Gemeentelijk beleid
Bij vaststelling van het gemeentelijk beleid zijn diverse landelijke en sectorale normen, randvoorwaarden en richtlijnen waar rekening mee dient te worden gehouden. Landelijk zijn voor de weg- en waterbouw richtlijnen beschikbaar vanuit het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Weg- en Waterbouwkunde en Verkeerstechniek (CROW). Voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom zijn deze richtlijnen door de CROW technisch uitgewerkt in een handboek (ASVV). Ter verduidelijking, het betreft hier richtlijnen. Deze worden overwegend gevolgd maar hiervan kan indien noodzakelijk worden afgeweken.
Deze landelijke richtlijnen doen geen uitspraak over de gewenste kwaliteit. Hiervoor is het gemeentelijke kwaliteitsbeleid vastgelegd in de Visie Openbare Ruimte Katwijk (VORK). In deze visie zijn de kaders voor de openbare ruimte opgenomen die leidend zijn voor beleids-, beheer- en bestedingsplannen. Ook is deze visie leidend bij de uitwerking van inrichtingsplannen. De gemeente Katwijk heeft de VORK ook technisch vertaald in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR).
In het kader van de VORK is het mogelijk om te differentiëren in kwaliteit. Per structuurelement van de openbare ruimte zijn kwaliteitsdoelstellingen geformuleerd. Voor negen aspecten (water, spelen, verkeersregelinstallaties en verkeersborden, kunstwerken, openbare verlichting, gebouwen, rioleringen, groen, bomen en verhardingen) zijn geautomatiseerde beheersystemen beschikbaar om de kwaliteit te kunnen monitoren. Ieder jaar wordt per wijk een burgerschouw uitgevoerd, waarin de realisatie van deze kwaliteitsdoelstellingen wordt beoordeeld door inwoners.
Als gevolg van de gestegen prijzen voor het schoon –en onkruidvrij houden van verhardingen is het niet meer mogelijk, om op basis van het beschikbare budget, in de woonwijken het onderhoudsniveau ‘’hoog’’ te hanteren. Het onderhoudsniveau in de woonwijken wordt tijdelijk verlaagd van “hoog” naar “basis”. Daarmee wordt, voor de duur van het contract (drie jaar), afgeweken van het onderhoudsniveau dat in de Visie Openbare Ruimte Katwijk (VORK) is vastgesteld.
De actuele kwaliteit wordt periodiek aan deze normen getoetst door inspecties en monitoring. Wanneer nodig vindt nader onderzoek plaats.
Als gevolg van de koppeling tussen inspecties, beleid -en beheerplannen, uitvoeringsprogramma’s en de inzet van middelen ontstaat de mogelijkheid om aan te geven welke kwaliteitsconsequenties aan beslissingen zijn verbonden.
Mochten er vanwege bezuinigingen minder middelen beschikbaar worden gesteld, dan zal dit leiden tot bijstelling van de eerder vastgestelde beheerkaders en tot aanpassing van het beheer- en/of uitvoeringsplannen. Uitgangspunt is dat de kwaliteitsniveaus voldoende blijven om eventuele kapitaalvernietiging te voorkomen. De vastgestelde beheerkaders, die zich veelal al op basisniveau bevinden, bieden dan ook weinig tot geen ruimte voor neerwaartse bijstelling.
De beleidsnota Vastgoed beschrijft hoe het beheer en onderhoud van het gemeentelijk vastgoed moet worden uitgevoerd en aan welke kwaliteit (conditie) de gebouwen minimaal moeten voldoen. De duurzame onderhoudsplannen worden opgesteld aan de hand van conditiemetingen die moeten voldoen aan de NEN 2767.