Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2023 Jaarrekening 2023

Overhead

Met ingang van het begrotingsjaar 2017 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. Een belangrijke wijziging heeft betrekking op de overhead. Overhead, ofwel indirecte kosten, is het geheel van functies gericht op de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. De overhead wordt met ingang van 2017 centraal begroot op het taakveld 0.4 Overhead. Het taakveld 0.4 Overhead is opgenomen in het programma Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien (ADO). In het BBV is voorgeschreven dat in de begroting en jaarrekening een apart overzicht moet worden opgenomen van de kosten van de overhead.

Kostensoort

jaarrekening

2022

begroot 2023

werkelijk

2023

Verschil 2023

Lasten





Personeel

13.530

15.451

14.034

1.417

Inhuur personeel

1.367

591

2.196

-1.605






Personeelsgerelateerde kosten

1.528

1.535

1.813

-278

Onderhoud en gebouwgerelateerde kosten

854

971

1.033

-62

Rente en afschrijving

1.424

1.024

1.010

14

Onderhoud softwar en hardware

1.671

2.677

2.550

127

Overig

1.735

1.769

1.568

201


22.108

24.018

24.204

-186






Baten

278

200

298

98






Totaal Overhead

(lasten - baten)

21.830

23.818

23.906

-88


De financiële afwijkingen op het taakveld 0.4 zijn opgenomen in de toelichting van het programma O Bestuur en dienstverlening.

In onderstaande tabel is een totaal overzicht opgenomen van de geraamde en gerealiseerde lasten van de salarissen en de externe inhuur en de overhead. Het budgettaire effect kan worden bepaald door de onderstaande drie tabellen bij elkaar op te tellen. Tezamen bedraagt dit een nadeel van € 1.2 miljoen.

Toelichting op salarissen en inhuur over programma's

Voor de uitvoering van alle programma is personele capaciteit benodigd. Dit wordt voor een groot deel uitgevoerd door personeel in dienst van de gemeente zelf, maar ook door externe capaciteit.

Door het niet beschikbaar hebben van eigen medewerkers (vacatures, ziekte of krapte op arbeidsmarkt) worden budgetten van eigen personeelslasten en inhuur flexibel ingezet. Onderstaand wordt inzicht gegeven op de inzet van de totale personele kosten (eigen personeelslasten en inhuur) en wordt op hoofdlijn een toelichting gegeven bij de grootste afwijkingen per programma.

Salaris en inhuur per programma (Bedragen x € 1.000)

Jaarrekening

2022

Raming 2023

Werkelijk 2023

Verschil 2023

0 Bestuur en dienstverlening

19.513

22.114

21.791

324

1 Veiligheid

1.373

2.316

2.179

137

2 Verkeer, vervoer en waterstaat

4.595

4.994

4.596

397

3 Economie

838

1.271

1.228

4437

4 Onderwijs

642

712

484

228

5 Sport, cultuur en recreatie

2.220

2.217

2.262

-45

6 Sociaal domein

10.337

10.355

10.416

-61

7 Volksgezondheid en milieu

3.993

4.913

4.804

110

8 VHV, RO en stedelijke vernieuwing

7.379

9.057

7.941

1.117

Totaal

50.891

57.950

55.700

2.250


Waarvan eigen personeelslasten

39.575

51.019

43.111

7.908

Waarvan inhuur

11.316

6.931

12.589

-5.658

Totaal

50.891

57.950

55.700

2.250


Het totaal aan personeelslasten ( egen personeel en inhuur) is € 55,7 miljoen. De afwijking is € 2,25 miljoen (3,9%). In 2023 is voor de intensivering van nieuwe beleid en verlaging werkdruk is een algemene stelpost onder taakveld 0.4 overhead van afgerond 1 miljoen opgenomen. Deze stelpost is opgenomen omdat niet alle vacatures het gehele jaar ingevuld konden worden. Deze stelpost wordt verrekend met het overschot de personele lasten van € 2.250 miljoen.

De begrote en werkelijke uitgaven wijken per programma op onderdelen af omdat personeel binnen programma’s flexibel wordt ingezet. Ook zijn er binnen programma’s ontwikkelingen waarvoor extra capaciteit benodigd was. Deze extra inzet is dan binnen de beschikbare capaciteit en budgetten ingezet.

Onderstaand een toelichting op de programma’s met een afwijking van meer dan € 0,1 miljoen.

Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Het overschot wordt voornamelijk veroorzaakt doordat een aantal vacatures ter verlaging van de werkdruk later zijn ingevuld. Op dit programma is ook extra inzet geweest vanwege de extra verkiezingen.

Programma 1 Veiligheid
De extra boa’s voor de pilot verruiming horecatijden zijn later geworven en het rooster met nachtdiensten voor deze pilot kon vanaf mei 2023 van start gaan.

Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
Werkzaamheden voor parkeerregulering Valkenhorst en fiscaliseren van parkeren zijn doorgeschoven naar 2024. Ook is een deel van de werkzaamheden van inhuur personeel rechtstreeks op projecten geboekt.

In het recente verleden zat er een hoge improductiviteit op de gerealiseerde uren (bijv. inhuur circa 75% productief, nu richting 95%-98%).Hier hebben we verbeterslagen in gemaakt door bijvoorbeeld werkoverleg-uren, welke betrekking hebben op de lopende projecten, ook hierop te laten verantwoorden

Programma 4 Onderwijs
Salarislasten zijn in 2023 zoveel mogelijk ten laste te brengen van de rijksmiddelen voor GOAB en de incidentele NPO-middelen, hierdoor is er een incidenteel voordeel op de personeelslasten.

Programma 7 Volksgezondheid en milieu
Voornaamste oorzaak van deze afwijking is het later invullen van vacatures binnen het energieteam.

Programma 8 VHV, RO en stedelijke vernieuwing
Belangrijkste oorzaak voor deze onderschrijding is de vertraging in uitvoering GOV. Daarnaast worden meer werkzaamheden die direct aan investeringen gekoppeld zijn ook aan projecten doorbelast.