Beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken
Gebiedsontwikkelingen en daarmee ook het voeren van grondexploitaties gaat gepaard met kansen en risico’s. In de nota grondbeleid is vastgelegd hoe de risico's moeten worden bepaald en hoe hieruit het benodigde weerstandvermogen om deze risico's af te dekken moet worden bepaald. De risicoanalyses en de berekening wordt over alle gemeentelijke grondexploitaties uitgevoerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:
- marktrisico's die voor alle grondexploitatieberekeningen gelijk zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om schommelingen in de rente en marktontwikkelingen.
- Project specifieke risico's. Dat zijn risico's die per project verschillen en onder andere afhankelijk zijn van de aard en de ligging van het project en het stadium van realisatie.
Als er voor een project een winstprognose is, wordt de omvang van de risico’s eerst gesaldeerd met deze winstpotentie. Als risico’s zich voordoen, kunnen deze bij een winstprognose immers in eerste instantie ten laste van het project worden gebracht. De winst wordt dan weliswaar lager, maar er is geen externe weerstandscapaciteit nodig. Voor de risico's die niet door een winstprognose kunnen worden gedekt is externe weerstandscapaciteit nodig.
Het weerstandsvermogen wordt volgens de nota grondbeleid gevormd door de reserve grondexploitaties en de zekere positieve saldi van in de toekomst af te sluiten grondexploitaties. Met de wijziging van het BBV inzake tussentijdse winstneming is het laatste criterium minder relevant. De uitkomst van de berekening wordt jaarlijks in het MPG gepresenteerd en geanalyseerd. Bij het MPG 2024 is het minimaal benodigde weerstandsvermogen bepaald op € 0,58 mln. en het maximaal benodigde op € 0,71 miljoen.
Voor het project Trappenberg – Kloosterschuur / GOM wordt een voorziening aangehouden voor in het verleden gemaakte kosten waarvoor het niet zeker is dat deze in de toekomst goedgemaakt kunnen worden. Na besluitvorming over de ontbindingsovereenkomst met de GOM over het project Trappenberg - Kloosterschuur kunnen de kosten en de voorziening tegen elkaar worden weggestreept.
Complex |
Markt risico's |
Project-specifiek |
Totaal risico's in bandbreedte van 30% |
Totaal risico's in bandbreedte van 50% |
GREX Eindwaarde |
Benodigd (bij 30%) |
Benodigd (bij 50% |
---|---|---|---|---|---|---|---|
B.010 De Horn |
379.248 |
560.374 |
674.148 |
749.998 |
-316.253 |
357.896 |
433.745 |
B.114 Klei Oost zuid |
476.747 |
43.783 |
186.807 |
282.156 |
-242.567 |
- |
39.589 |
B.146 Rijnsoever Noord fase 3 |
-6.812 |
12.555 |
10.511 |
9.149 |
-13.232 |
- |
- |
B.220 Hof Korte Vaart |
58.304 |
181.621 |
199.112 |
210.773 |
-2.014 |
197.098 |
208.759 |
B.230 Kavel van Lierestraat |
33.519 |
143.988 |
154.044 |
160.748 |
-126.484 |
27.559 |
34.263 |
B.240 Kleipetten Zuid |
1.294.538 |
621.911 |
1.010.272 |
1.269.180 |
-3.407.008 |
- |
- |
Totaal |
2.235.544 |
1.564.232 |
2.234.895 |
2.682.004 |
-4.107.558 |
582.553 |
716.356 |
Bron MPG 2024
De reserve grondexploitaties heeft per 31-12-2023 een omvang van € 4,1 miljoen en is daarmee ruim voldoende om de risico’s van de grondexploitaties af te dekken.