Leden van de gemeenteraad,
We beseffen ons steeds meer dat de wereld grillig en complex blijft. Bij het begin van de coronaperiode belandden we van de één op de andere dag in een wereld die we niet kenden en die telkens veranderde. Maar ook na deze coronaperiode blijven ontwikkelingen elkaar in een rap tempo opvolgen. Denk aan de oorlog in Oekraïne, de inflatie die stijgt en andere ontwikkelingen. Verandering lijkt daarmee de enige constante. Op al deze veranderingen moet een (lokale) overheid snel kunnen anticiperen.
Deze complexiteit en onzekerheden zien we ook terug in de begrotingen en de andere financiële stukken. De afgelopen jaren heeft Katwijk hard gewerkt aan een degelijke en solide financiële huishouding. En deze stevige basis hebben we nodig om de toekomst aan te kunnen. Dit jaar nog hebben we te maken met de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Daarna zal duidelijk worden wat het nieuwe speelveld, dat zich aftekent in Den Haag, betekent voor de richting die ons land opgaat. Dat heeft ook z’n weerslag op gemeenten als het gaat om de bijdragen voor gemeenten vanuit het Rijk, de financieringssystematiek van de Jeugdzorg die aan hervorming toe is en de vele miljarden die het Rijk vrij maakt voor de transities en opgaven op gebied van klimaat, landbouw en natuur, woningbouw.
De keuzes die een nieuw kabinet straks maakt, zijn bepalend voor onze eigen, lokale gemeentefinanciën. Samen staan we als gemeentebestuur voor de opgave om realistische keuzes te maken op basis van wat we nu weten. We blijven ons inzetten om de gemeentefinanciën solide, flexibel en wendbaar te houden.
In de Kadernota 2024 werden de uitgangspunten voor realistische keuzes al vastgelegd. De begrotingsuitgangspunten rond indexeringen voor onze eigen uitgaven en de uitgaven van de gemeenschappelijke regelingen werden herzien. Ook werd slechts een enkele nieuwe uitgave opgevoerd. Met de circulaire die het kabinet afgelopen mei publiceerde, bleek het financiële beeld positiever uit te vallen dan gedacht. Om die reden zijn een aantal zaken extra opgevoerd in deze begroting en zijn aanvullende maatregelen voor het beheersbaar houden van de financiën nu niet nodig, maar bereiden we ons al wel vast indien aanvullende maatregelen wel nodig zijn.
Het ziet er naar uit dat we 2024 en 2025 positief kunnen afsluiten. Vanaf 2026 rekenen gemeenten op een verminderde en naar verwachting ontoereikende bijdrage vanuit het Rijk. Hoewel de afgelopen jaren hebben laten zien dat Rijksinkomsten ook weer mee kunnen vallen, willen we ons als gemeente goed voorbereiden op het zogeheten ‘ravijnjaar’. In lijn met het advies van de VNG gaan we niet nu al uitgaven schrappen, maar brengen de knoppen waaraan we kunnen draaien goed in beeld. Dit betekent dat we - waar mogelijk - sparen voor de toekomst. Zoals afgesproken verhogen we de stapsgewijs de OZB, zijn we kritisch op huidige investeringen vanwege de druk op de exploitatie en bereiden we ons samen met de gemeenteraad en de samenleving voor op financieel slechte tijden. Dit doen we door in 2024 gesprekken te voeren over waar we keuzes kunnen maken voor een degelijk financieel beleid.
We blijven ons inzetten voor onze topprioriteiten: meer (betaalbare) woningen en het tegengaan van energiearmoede. Ondanks de inzet van het Rijk en de verwachting dat de genomen koopkrachtregelen voorkomen dat armoede oploopt zijn deze topprioriteiten onverminderd belangrijk en noodzakelijk. Het structureel maken van een aantal inkomensondersteuningsregelingen, het bieden van hulp bij verduurzaming van de eigen woning om structurele energiearmoede aan te pakken en het blijven bouwen van betaalbare woningen voor jongeren en starters, de middenklasse en ouderen draagt bij aan de realisatie van deze prioriteiten.
We staan voor uitdagingen. Topprioriteiten en andere belangrijke thema’s die om meer inzet en middelen vragen, maar ook een onzeker financieel vooruitzicht. Ons streven is om komend jaar het gesprek op gang te brengen met uw raad over de keuzes die we moeten maken. Al deze uitdagingen geven ons uiteindelijk meer focus op onze doelen. Daarmee komen we dichter bij een stabiele financiële situatie.
Verandering mag dan de enige constante lijken; als we in vertrouwen verder bouwen aan onze mooie gemeente, kunnen we blijven doen waarvoor we als gemeentebestuur zijn: het belang van onze inwoners, verenigingen en ondernemers dienen.
Het college van Burgemeester en Wethouders