Begroting 2024 Definitief

7 Energie, groen en milieu

Programmadoelstelling

Dit programma is gericht op het bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Achterliggende doelstelling is dat we in 2050 klimaatneutraal zijn en zo circulair mogelijk. We werken daarmee aan een toekomstbestendig Katwijk waar nu en in de toekomst fijn en gezond kan worden gewoond, gewerkt, geleefd en gerecreëerd. Wijken en dorpen die schoon, groen en veilig zijn en een gemeente waarin belangrijke omgevingswaarden zoals bodem, water, lucht, ecologie, geur, geluid en externe veiligheid worden beschermd.

Deze doelen en inspanningen vormen een deel van Katwijkse bijdrage aan de doelstellingen van het landelijke klimaatakkoord en om de gevolgen van energietransitie en klimaatverandering binnen de perken te houden. Prioriteit daarbij ligt in deze collegeperiode bij de financiële gevolgen voor de Katwijkse huishoudens. Topprioriteit is het terugdringen en voorkomen van energiearmoede. In dit kader gaat het dan om ondersteuning om energie te besparen door o.a. het isoleren van woningen en over te schakelen op alternatieve duurzame energiebronnen.

Naast de energietransitie willen we een inrichting en onderhoud van de buitenruimte realiseren waarin we kunnen omgaan met de merkbare gevolgen van klimaatverandering. Dit doen we onder meer door het klimaat-adaptief inrichten van de buitenruimte, het versterken van de groenstructuur, en maatregelen voor het verhogen van de biodiversiteit. We doen dit alles met maximale betrokkenheid en inzet van onze inwoners en ondernemers.

We voldoen aan de wettelijke bepalingen voor onder meer:

  • Milieuwetgeving en Omgevingswet;
  • het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval;
  • het verzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater en regenwater;
  • de wet op de lijkbezorging.

Andere onderdelen van de klimaatopgave liggen in andere programma’s van de begroting. De onderlinge samenhang is weergegeven in paragraaf 8 Energie en Duurzaamheid.

Taakvelden

Ontwikkelingen

Vanuit de Omgevingsvisie en de Maatschappelijke Agenda (MAG) streven we naar leefbare kernen en wijken en een klimaatbestendige en toegankelijke buitenruimte. Een belangrijk ingrediënt hiervoor is een groene woonomgeving die uitnodigt tot verblijven en bewegen zoals spelen, wandelen en fietsen voor alle leeftijdsgroepen. Een buitenruimte die door vergroening bescherming biedt tegen hitte én door de natuur mee te nemen bijdraagt aan welzijn en biodiversiteit. Door ontstenen én water vast te houden in het groen verkleint vergroening ook de impact van droogte en wateroverlast.

In het groenbeleidsplan 2020 – 2029 staan vier beleidspijlers beschreven, namelijk versterken van de biodiversiteit, klimaatadaptatie, versterken van de groenstructuur en door samenwerking realiseren van goed groen. In Q 1 van 2024 zal met de raad gesproken worden over het gewenste kwaliteitsniveau en de daarbij behorende financiën. In de kadernota 2025 zal dit verder worden onderbouwd.

Op basis van de Klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda (2021-2026) werken we aan de doelstelling om Katwijk in 2050 zo klimaatbestendig mogelijk te hebben ingericht. Concrete doelstellingen daarbij zijn: een veilig en robuust Katwijk, een bijdrage aan een gezond en leefbaar Katwijk, een aantrekkelijk groenblauw netwerk, het beschermen van kwetsbare groepen, het verhogen van biodiversiteit en behoud van waardevolle natuur. Hierin ligt ook een belangrijke wederkerige relatie met Taakveld 7.2 (Rioleringen). Deze relatie is wederkerig, want taakveld 7.2 (Rioleringen) beheert het grondwaterpeil en de afstroming van het regenwater. Dit is essentieel voor o.a. een aantrekkelijk groenblauw netwerk. Daarnaast heeft groen samen met een levende bodem een positieve werking op het voorkomen van wateroverlast.

Spelen en bewegen mag overal en is voor iedereen. De beperkt beschikbare openbare ruimte maakt dat we multifunctioneel met ruimte moeten omgaan. Maar ook moeten we blijven vechten voor ruimere centrale speelplekken bij nieuwbouw. Het thema wat in 2024 extra aandacht heeft is “meer ruimte voor bewegen en spelen in de natuur”.

Doelstellingen

Ontwikkelingen

Katwijk heeft een goed groen-blauw netwerk nodig om een aantrekkelijke groene leefomgeving te bieden en klimaatbestendig te worden. Droge voeten en het hoofd koel kunnen houden. Mede door klimaatverandering (stortbuien) is er het risico dat de vervuiling van het zwemwater door rioolwater toeneemt. De Klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda (2021-2026) en het integraal Water Ketenplan 2022-2026 (iWKP) vormen de beleidsmatige basis voor ons handelen hierin (zie ook paragraaf 4 en 8). Het komen tot een klimaatbestendige en aantrekkelijke groene leefomgeving doen we samen met taakveld 5.7 Openbaar Groen en (open lucht) Recreatie en taakveld Wegen.

Het iWKP omvat de gehele regionale waterketen van drinkwaterbron tot afvalwaterzuivering van de gemeenten. Het iWKP geeft een gebiedsgerichte benadering met het oog op klimaatverandering en duurzaamheid, waarbij zowel riolering, oppervlaktewater en grondwater integraal worden bekeken. Bij het vaststellen van het Integraal Waterketenplan 2022-2026 is gekozen voor het scenario ‘voortvarend’ om de leefomgeving klimaatbestendiger te maken. De financiële dekking wordt gevonden in de rioolheffing.

Doelstellingen

Ontwikkelingen

Grondstoffenbeleidsplan en Project “Anders Inzamelen”.

In het Grondstoffenbeleidsplan is het doel 80% afvalscheiding en maximaal 100 kilogram restafval per inwoner in 2023. Het kader hiervoor is het Rijksbrede Programma Circulaire Economie. Dit programma is onder meer gericht op het verlagen van het grondstoffengebruik en het behouden van de waarde van materialen en producten. Van afval naar grondstof. Uiteindelijke ambitie daarbij is om in 2050 afvalloos te zijn. Minder restafval is ook noodzakelijk om de verwerkingskosten van restafval voor de gemeente en de inwoners te beheersen. Deze kosten blijven met name stijgen omdat de rijksbelasting op het verbranden van restafval steeds hoger wordt.

De doelstellingen van het Grondstoffenbeleidsplan worden stelselmatig gerealiseerd door het invoeren van een andere manier van inzamelen. Het Project “Anders Inzamelen 2021-2024” is inmiddels in volle gang. Het gaat om het uitbreiden van de voorzieningen voor het scheiden van grondstoffen (herbruikbaar afval) en het invoeren in de afvalstoffenheffing van een gedifferentieerd tarief voor het aanbieden van huishoudelijk restafval (diftar).

Diftar wordt op 1 januari 2025 ingevoerd, twee jaar later dan aanvankelijk voorzien, omdat voor een zorgvuldige invoering meer tijd nodig is gebleken. Dit uitstel heeft geen gevolgen voor de doelstellingen grondstoffenbeleidsplan. In 2024 vindt verdere implementatie van de maatregelen plaats op het gebied van inzamelvoorzieningen en het voorbereiden van invoering van diftar. De wereld rond circulaire economie en afvalinzameling blijft in beweging. Dit vraagt om een voortdurende beoordeling van ons beleid en de effecten ervan. Op basis van 0-metingen (benchmark 2022, sorteeranalyses 2023 en zwerfafval milieuparkjes) monitoren we de resultaten van ons beleid en sturen we op de effecten daarvan.

Vuilafvoerbedrijf Duin- en Bollenstreek (VAB)
Het huidige overslagstation Vuilafvoerbedrijf Duin- en Bollenstreek (VAB) - een gemeenschappelijke regeling samen met de vier andere Duin- en Bollenstreek gemeenten - is technisch en economisch afgeschreven. In december 2020 heeft de raad, samen met de raden van de andere gemeenten, besloten dat het VAB-terrein moet worden vernieuwd en heringericht.

Er is een principebesluit om de overslag en verwerking van huishoudelijk afval onder te brengen in een samenwerking met Meerlanden, genaamd MeerVAB, Daarbij wordt het VAB eigenaar van MeerVAB verder vorm en inhoud gegeven, met als doel het toekomstbestendig maken van de nieuwe inrichting en het gebruik van het VAB-terrein. Dit betekent dat we samenwerking in MeerVAB nader onderzoeken.

Een concreet investerings- en businessplan voor MeerVAB is in ontwikkeling. We verwachten dat eind 2023 de begroting 2024 van het VAB aan de raad wordt aangeboden, alsmede de aangepaste gemeenschappelijke regeling (GR). Na besluitvorming van het VAB-bestuur over het investerings- en businessplan, een aangepaste GR en na akkoord van de vijf bij de GR aangesloten gemeenteraden vindt een doorwerking in onze meerjarenbegroting plaats.

Doelstellingen

Ontwikkelingen

Milieu
Een duurzame, gezonde en prettige leefomgeving is van groot belang voor de bewoners van Katwijk. Vanuit Milieubeheer wordt gewerkt aan de bescherming en bevordering van de bodem-, lucht-, geluid- en natuurkwaliteit. Ook is het belangrijk dat we de bouwopgave in de komende jaren, op een duurzame manier realiseren. We adviseren bij ruimtelijke plannen en projecten over bodem, water, lucht, ecologie, geur, geluid en externe veiligheid, maar ook de ambities van duurzaam (ver)bouwen.

De gemeente draagt zorg voor een goede bodemkwaliteit. Enerzijds door (begeleiding van) de uitvoering van bodemonderzoeken en –saneringen, en anderzijds door het houden van toezicht op onder andere grondverzet. Maatregelen getroffen vanwege het verkeergeluid met stilasfalt, geluidschermen en isolatie van gevels bij woningen. We controleren ruimtelijke initiatieven en houden in de gaten of deze van invloed zijn op de beschermde dier- en plantensoorten en of er voldoende groencompensatie en watercompensatie wordt gerealiseerd. Actueel is het voorkomen van extra stikstofuitstoot op de natuurgebieden en de bescherming van soorten. Verder wordt geadviseerd op het gebied van niet-gesprongen explosieven en wordt bijgedragen aan het opsporen en verwijderen hiervan; met name ter plaatse van de ontwikkellocatie Valkenhorst en de omgeving daarvan. Energiezuinig, klimaatbestendig, circulair en natuurinclusief bouwen is hierbij een belangrijke randvoorwaarde.

In 2024 willen we het nieuwe duurzaambouwenbeleid vaststellen. Dit beleid moet heldere kaders bieden voor alle grotere nieuwbouw- en renovatieprojecten die de komende jaren in Katwijk uitgevoerd worden. Ambitie is om door middel van het GPR-meetsysteem in alle lopende projecten en te starten projecten de onderdelen energie, circulariteit, klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit te toetsen en waar nodig te adviseren voor verbetering. Dit is een objectief meetsysteem dat inzicht geeft in de toekomstbestendigheid van een bouwproject of een gebiedsontwikkeling.

Energie
De leefomgeving moet op termijn bovendien energieneutraal zijn. Het energiegebruik moet beperkt worden door isolatiemaatregelen en besparing in het gebruik en duurzaam opgewekt met als doel een CO2 neutrale gemeente in 2050. Een belangrijk uitgangspunt is dat dit voor iedereen betaalbaar moet zijn. De huidige focus daarbij is dat de energierekening voor iedereen betaalbaar blijft. Het tegengaan van energiearmoede is daarbij een topprioriteit.

De energietransitie-opgave is groot en maakt onderdeel uit van de bredere duurzaamheidsopgave (zie voor wat we willen bereiken en daarvoor doen in 2024 ook paragraaf 8 Energie en Duurzaamheid). Deze transitie is inmiddels doorgegroeid naar een opgavegericht programma waar de gemeentelijke organisatie in den brede bij betrokken is. De opgave onderscheidt het besparen op energie (onder andere isolatiespoor), duurzame opwek en onderzoek naar andere duurzame bronnen voor onder meer de warmtevoorziening en duurzame mobiliteit.

Er is een gezamenlijke inspanning nodig van alle bij de energietransitie betrokkenen om de ambities te bereiken. Met de partijen die in verbinding staan met de doelgroep en die de inwoners kennen wordt samengewerkt met omgeving. We richten ons in eerste instantie op het besparen van energie en het bestrijden en voorkomen van energiearmoede. Accent in de uitvoering ligt bij energiebesparing door het isoleren van de gebouwen en woningen en bewust gebruik van energie. We richten ons daarom in het bijzonder op inwoners met een slecht geïsoleerde (koop)woning, die niet in staat zijn om isolatiemaatregelen zelf te bekostigen.

Voor wat betreft het beleid om isoleren te stimuleren is het Katwijkse Isolatiefonds (KIF) ingesteld. Om energiearmoede op lange termijn te bestrijden en te voorkomen is het nodig om eigenaar-bewoners te helpen met het isoleren van de woning. Met het KIF kan een gerichte groep huiseigenaren een flinke subsidie krijgen voor het aanbrengen van isolatiemaatregelen. Het verbeteren van slecht geïsoleerde woningen helpt eigenaar-bewoners die last hebben van energiearmoede of hierin dreigen terecht te komen. Ook draagt het isoleren van woningen bij aan het verminderen van het energieverbruik in de bebouwde omgeving. Om inwoners verder te helpen met het isoleren starten we in 2024 ook met een energieloket. Dit is een loket waar inwoners terecht kunnen met vragen over isoleren, financiering, subsidies en het vinden van de juiste installateur.

Daarnaast gaan we in 2024 starten met een Lokale Aanpak Isolatie. Deze aanpak wordt gefinancierd met rijksmiddelen. Met deze middelen kunnen we een aantal geselecteerde woningen met een lage WOZ-waarde en een laag energielabel isoleren en de eigenaar-bewoners ontzorgen in dit proces. De Rijksmiddelen ten behoeve van de lokale aanpak isolatie ontvangen we in drie tranches. De eerste tranche (ordegrootte € 800.000) vragen we eind 2023 aan, met vooruitzicht om te starten met de aanpak in 2024. In de komende jaren volgen naar verwachting een tweede en een derde tranche. Voor het energieloket en voor de Lokale Aanpak Isolatie volgen aparte raadsvoorstellen met begrotingswijzigingen.

In samenwerking met de Leidse Regio hebben we in 2023 een werkprogramma vastgesteld voor een betaalbare en toekomstbestendige energievoorziening voor alle inwoners en bedrijven in de regio. De basis daarvoor wordt gelegd door de ontwikkeling van een Open Regionaal EnergieSysteem (ORES) dat de inzet van bestaande en mogelijk nieuw te ontwikkelen regionale warmtebronnen mogelijk maakt, waar wenselijk in combinatie met lokaal coöperatief opgewekte warmte. Deze gezamenlijk aanpak is nodig omdat veel keuzes ten aanzien van de infrastructuur voor de energietransitie de gemeentegrenzen overstijgen. Daarom wordt een gezamenlijke aanpak van ruimtelijke programmering opgesteld.

Doelstellingen

Ontwikkelingen

Uitvoering geven aan de wettelijke taken rondom de Wet op de lijkbezorging. De gemeente heeft vier gemeentelijke begraafplaatsen (Algemene begraafplaats Blekerij, Gemeentelijke begraafplaats Duinrust, Gemeentelijke begraafplaats Kerklaan, Gemeentelijke begraafplaats Valkenburg) en zorgt voor het beheer, onderhoud en de administratie hiervan.

Doelstellingen