Begroting 2024 Definitief

Begrotingsuitkomst 2024-2027

Van kadernota naar begroting 2024
Vóór het bekend worden van de uitkomst van de meicirculaire liet de Kadernota 2024 over het gehele beeld tekorten zien. Ingegeven door de aanvankelijk verwachte nadelige uitgangspositie voor het begrotingsjaar is nieuw beleid in de Kadernota tot het strikt noodzakelijke beperkt gebleven. De opgenomen budgetmutaties hebben in hoofdlijnen meer het karakter van het in overeenstemming brengen van de ramingen met het te verwachten uitgavenniveau dan met vormgeven van nieuw beleid. Daarnaast is tot maatregelen besloten die, mede door het harmoniseren van loon -en prijscompensaties van lasten en baten, de nadelige verwachtingen temperen. De uitkomsten van de meicirculaire maakten een heroverweging van sommige van de voorgestelde maatregelen mogelijk waardoor de uitkomsten van de Kadernota uiteindelijk het volgende beeld liet zien:

Bedragen * € 1.000 (- = nadeel, + = voordeel)

Ontwikkeling begrotingssaldo

2024

2025

2026

2027

Begrotingssaldo na behandeling Kadernota

-3.652

-534

-7.253

-11.362

Verwachte uitkomst meicirculaire

5.000

5.000

2.500

2.500

Saldo o.b.v. verwachte uitkomst meicirculaire

1.348

4.466

-4.753

-8.862


OZB verhoging begroting 2023
De verwachte gevolgen van de circulaire maakten dat voor het begrotingsjaar en 2025 sprake zou zijn van positieve saldi. In het meerjarenperspectief blijft zoals eerder met uw raad gedeeld, met ingang van 2026 sprake van een tekort. Dit zogenaamde “ravijnjaar” treft veel gemeenten. Mogelijk zijn nog andere uitkomsten te verwachten, maar we hebben als gemeente zelf ook een opgave hiervoor oplossingen aan te dragen. Bijvoorbeeld door verhoging van de OZB. De resultaten tot en met 2028 laten namelijk zien dat er meer nodig is dan alleen een eventuele (steeds onwaarschijnlijker) tegemoetkoming vanuit het Rijk. Om een structureel stabiel financieel perspectief te genereren is in de begroting 2023 aangekondigd om met ingang van 2024 structureel cumulatief de OZB met 5% te verhogen. In onderstaande grafiek wordt duidelijk waarom het nodig is deze maatregel in 2024 in te laten gaan. Hierdoor wordt namelijk het nadeel vanaf 2026 structureel beperkt. Zonder deze aanvullende OZB verhoging laat het meerjarenperspectief onoverbrugbare nadelen zien.

In lijn met het in vorige begroting ingezette beleid wordt voorgesteld het bovenmatige begrotingssaldo in 2024 en 2025 in de algemene reserve te storten. Zo creëren we een financiële buffer en verstevigen we het (weerstands-)vermogen. Dit kan dan in latere jaren waarin we het nodig hebben, worden ingezet. Zo klinkt eveneens het advies in de contourennota van het Rijk om in voordelige jaren een tijdelijke financiële reserve op te bouwen. Op deze manier beschikken we over incidentele middelen waarmee bijvoorbeeld tijdelijke maatregelen om onze burgers te ondersteunen voortgezet kunnen worden.

Deze ontwikkelingen en inzichten hebben tot aanpassing van het beeld geleid. Deze ontwikkelingen worden afzonderlijk toegelicht bij de actualisatie van het begrotingsbeeld.