Programmadoelstelling
Uitvoering geven aan de Omgevingsvisie Katwijk staat in dit programma centraal. Leidraad daarbij is behoud van de kwaliteit van de leefomgeving en het vergroten van de brede welvaart. Dit doen we door de groei van de gemeente optimaal te faciliteren en de ambities te verwezenlijken op het gebied van volkshuisvesting, werkgelegenheid en leefbaarheid. Een integrale benadering en keuzes maken over de invulling van de schaarse ruimte zijn daarbij essentieel. Daarom werken we vanuit een strategische aanpak – daar waar nodig met andere overheden – om de verstedelijking in Katwijk te realiseren, rekening houdend met noodzakelijke randvoorwaarden, waaronder bereikbaarheid en de energietransitie.
Taakvelden
Ontwikkelingen
Er is een grote druk op de ruimte. Deze ruimte moet eerlijk verdeeld worden om de ‘ruimtelijke puzzel’ van opgaven voor onze leefomgeving toekomstbestendig te kunnen leggen. Daarom trekt Katwijk met het Rijk en de provincie Zuid-Holland hierin op. In 2023 heeft de provincie in dialoog met waterschappen en gemeenten de verschillende ruimtelijke opgaven in beeld gebracht en is toegewerkt naar een ‘ruimtelijk arrangement’ waarin bestuurlijke afspraken zijn vastgelegd tussen Rijk en provincie die nodig zijn om de gelegde puzzel uit te voeren. De uitvoering hiervan ligt voor een groot deel bij gemeenten. Onze kaderstellende documenten op zowel gemeentelijk als regionaal niveau (zie hieronder) zijn hierbij leidend.
In 2021 is de Omgevingsvisie Katwijk, zelfverzekerd in de regio 2.0 vastgesteld. Vanuit de doelstellingen in de omgevingsvisie worden de opgaven in het fysieke domein opgepakt. De belangrijkste opgave voor de komende periode is het realiseren van meer betaalbare woningen. Daarbij zijn bijvoorbeeld mobiliteit, leefbaarheid, klimaatadaptatie en energietransitie opgaven die in samenhang met de woningbouwopgave vragen om een integrale benadering. In de verdichtingsvisie zijn hiervoor richtinggevende uitspraken gedaan, waarvan de consequenties vervolgens in de impactanalyse zijn onderzocht.
In de Regionale Omgevingsagenda Holland Rijnland zijn de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van de regio geschetst. Deze komen overeen met onze Omgevingsvisie Katwijk. De opgaven die Katwijks belang overstijgen worden in dit kader in regionaal verband opgepakt. Daartoe is in 2023 een regionale investeringsagenda opgesteld. De deelnemende gemeenten dragen bij in de kosten voor gezamenlijk onderzoek en projecten.
De integrale benadering is ook de insteek van de Omgevingswet die op 1 januari 2024 in werking treedt. Het werken volgens de Omgevingswet wordt hiermee officieel, we zijn de testfase voorbij. Voor de grote operatie van het omzetten van de verschillende bestemmingsplannen, verordeningen en regelingen naar een gemeentedekkend integraal omgevingsplan is meer tijd beschikbaar; een overgangsfase tot 1 januari 2032.
Doelstellingen
Ontwikkelingen
Voor enkele woningbouwprojecten voert de gemeente een actieve grondpolitiek: de gemeente verwerft de benodigde gronden, maakt deze bouwrijp, legt de benodigde infrastructuur aan en verkoopt bouwrijpe kavels. De uitgaven en de inkomsten van deze projecten worden verantwoord in de betreffende grondexploitatie; zie ook het MPG 2023.
Het saldo van de grondexploitaties wordt op dit taakveld verantwoord. Mutaties in de grondexploitaties leiden tot mutaties in de balanspost onderhanden werk.
Overeenkomstig de besluitvorming over het MPG 2023 is voor de raming van de kosten en de baten in de begroting 2024 uitgegaan van de jaarschijven 2024 van de betreffende grondexploitaties zoals die in het MPG 2023 zijn opgenomen.
Het voeren van grondbeleid is geen doel op zich, maar ondersteunend aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen, onder andere volgend uit de omgevingsvisie en / of de maatschappelijke agenda.
De grondexploitaties zijn met name ondersteunend aan de taakvelden 3.2 Economie / fysieke bedrijfsinfrastructuur (ontwikkeling Klei-Oost Zuid) en 8.3 Wonen en bouwen.
Doelstellingen
Ontwikkelingen
De woningbouwproductie in Nederland loopt achter bij de ontwikkeling van de vraag naar woningen. En dat maakt dat er sprake is van woningnood. Met name voor huishoudens met een laag inkomen of middeninkomen is het heel erg lastig om aan een (passende) woning te komen. Vanwege de grootte en de complexiteit van de woningbouwopgave heeft Het Rijk de regie gepakt om veel centraler en directiever vanuit de overheid te sturen op de woningbouwproductie en op vele andere aspecten van de woningmarkt, zoals de toewijzing van woningen, en specifieke aandacht voor doelgroepen.
Het Rijk is hierin zeer ambitieus en heeft vanaf 2022 die ambities kracht bijgezet door een veelheid aan beleidsnota’s en wetsvoorstellen op te stellen. Een samenhangend pakket van beleid, wetgeving, financiële bijdragen en overlegstructuren moet de bouwproductie weer op gang brengen en een gezondere woningmarkt bewerkstelligen.
In Holland Rijnland is een Regionale Realisatieagenda (RRA) ondertekend, waarin Rijk, provincie, regio, gemeenten en corporaties afspraken hebben gemaakt over aantallen nieuw te bouwen woningen, het aandeel betaalbaar en de kritische succesfactoren om de bouw van vele (betaalbare) woningen mogelijk te maken. Gezamenlijk wordt vol ingezet op het realiseren van een aandeel van 65% aan betaalbare woningen. Maar er zijn veel belemmeringen die hierbij een rol spelen, zoals mobiliteit, stikstof, energie.
Verder zien wij als risico dat ontwikkelaars de bouw gaan utstellen vanwege de prijsstijgingen van bouwmaterialen en de opgelopen rentestand. En dat vraagt extra inspanningen van overheid en markt. Maar de ruimte is schaars en er zijn meer wensen dan mogelijkheden op de beschikbare grond. Dat vraagt lastige keuzes. Ook in 2024 wordt de prioritering gelegd bij het aandeel betaalbaarheid, als lastige keuzes gemaakt moeten worden. Flankerend beleid, zoals parkeerregulering, is noodzakelijk om met behoud van de kwaliteit van de leefomgeving toch tot de gewenste aantallen te komen.
Katwijk heeft met het vaststellen van de doelgroepenverordening, het besluit om koop- en erfpachtconstructies te stimuleren en de lokale huisvestingsverordening al een aantal instrumenten ingezet. Daarin lopen we voorop in de regio. Maar het Rijk gaat meer mogelijkheden bieden aan gemeenten om in te grijpen op de woningmarkt. In 2024 zullen beleidsnota's aan de raad worden voorgelegd over de uitwerking van de Wet versterking regie op de volkshuisvesting, de wijziging van de Huisvestingswet, de Wet betaalbare huur.
Om te voorkomen dat de inspanningen op het realiseren van nieuwbouw wegebben omdat bestaande woningen door particuliere beleggers worden opgekocht om deze aan de koopmarkt te onttrekken of helemaal onttrokken worden aan de woningmarkt is de opkoopbescherming ingevoerd en zijn afspraken over het onttrekken van woningen voor toeristische verhuur opgesteld. Voor de toezicht en handhaving zijn eerder structurele middelen beschikbaar gesteld. In 2024 zal uit de praktijk blijken of het budget toereikend is voor de uitvoering.
De hoofdlijnen van de Woonagenda 2020-2024 staan nog overeind, maar de agenda zal op onderdelen moeten worden geactualiseerd. De ambities uit het nieuwe rijksbeleid, de Regionale Woonagenda en de beleidsuitgangspunten over kleinschalige woningbouwinitiatieven, mantelwonen en het afwegingskader vanuit het Actieplan Wonen, zorg en welzijn worden bijeengebracht en lokaal verankerd. Eind 2023 wordt het geactualiseerde beleid aan de raad voorgelegd.
Er komt steeds meer nadruk te liggen op de opgave van langer zelfstandig wonen van ouderen en minder redzame doelgroepen (beschermd wonen, maatschappelijke opvang, verstandelijk beperkten, uitstroom). De Woonzorganalyse heeft inzichten opgeleverd over de mate waarin de ontwikkeling van de voorraad achterblijft bij de ontwikkeling van de woningbehoefte. In het Actieplan Wonen, zorg en welzijn hebben gemeente, corporatie en zorg- en welzijnsinstellingen gezamenlijk de opgave geformuleerd en de acties op een rij gezet. Een procesregisseur zal vanuit de gezamenlijk gevoelde noodzaak partijen mobiliseren om hun commitment om te zetten in acties en zo bij te dragen aan een beter passende huisvesting en toegankelijkheid van de zorg.
Hoewel het een topprioriteit is om woningen toe te voegen blijft het van belang dit in een grotere ruimtelijke context te plaatsen. De groei van de gemeente bestaat niet alleen uit extra woningen, maar ook uit extra inwoners die zich moeten kunnen verplaatsen, die hun auto’s willen parkeren, die werken, recreëren, winkelen en ontmoeten, onderwijs krijgen en op maatschappelijke voorzieningen terugvallen. Een evenwichtige groei van de gemeente vraagt om een continue integrale afweging over het toevoegen van functies aan de schaarse ruimte. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is om te streven naar Brede Welvaart.
Met de studies rond de Verdichtingsvisie en de Impactanalyse wordt steeds beter inzichtelijk hoe we de schaarse ruimte ten volle kunnen benutten om die Brede Welvaart na te streven. We moeten die ruimtelijke puzzel gaan leggen. Dat geldt niet alleen voor Katwijk, maar het is een opgave die ook met de regio en de provincie ingevuld moet worden en uiteindelijk input kan opleveren voor de ruimtelijke richting die in Nationale Omgevingsvisie van het Rijk moet landen.