Ten aanzien van het treasurybeleid zijn de volgende kaders van belang:
- Wet financiering decentrale overheden (Fido);
- Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo);
- treasurystatuut gemeente Katwijk;
- schatkistbankieren en Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF);
- kasgeldlimiet en renterisiconorm.
Wet Fido
De Wet Fido bepaalt dat het aantrekken en uitlenen van geld alleen kan plaatsvinden in het kader van de publieke taak. Het is verboden dat overheden bankieren.
Ruddo
De Ruddo geeft onder andere voorschriften over beleggingen (minimale ratings) en derivatenconstructies.
Wet HOF
De Wet HOF bepaalt dat niet alleen het Rijk zich moet houden aan de doelstellingen van het aangescherpte stabiliteits- en groeipact van de Europese Unie, maar ook de decentrale overheden. Ook gemeenten, provincies en waterschappen moeten dus bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector. De Eerste Kamer heeft deze wet op 10 december 2013 aangenomen. In de wet worden de Europese afspraken vertaald naar nadere doelstellingen voor de schuldomvang en het begrotingstekort van decentrale overheden. Deze wet impliceert een schuldenrem, een schuldenplafond. De wet gaat uit van de macronorm voor de decentrale overheden; vooralsnog wordt niet gekeken naar de individuele referentiewaarden.