Bedragen * € 1.000 (- = nadeel, + = voordeel)
Ontwikkeling begrotingssaldo |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo na behandeling Voorjaarsnota |
36 |
-2.594 |
-1.931 |
-2.469 |
Actuele ontwikkelingen en doorrekeningen/technische mutaties |
504 |
-623 |
-1.656 |
-1.104 |
Geactualiseerd begrotingssaldo |
540 |
-3.217 |
-3.587 |
-3.573 |
Nieuw beleid |
-335 |
-615 |
-700 |
-700 |
Begrotingssaldo |
205 |
-3.832 |
-4.287 |
-4.273 |
Het geactualiseerde begrotingssaldo bedraagt voor 2025 € 205.000 voordelig, maar laat met ingang van 2026 een gemiddeld tekort van € 4,1 miljoen zien. Dit resultaat blijft voornamelijk het gevolg van de teruglopende algemene uitkering die met ingang van 2026 met € 5,0 miljoen (op basis van de meicirculaire) afneemt ten opzichte van 2025.
We hebben er steeds voor gekozen om de effecten op de gemeentelijke exploitatie al wel zichtbaar te maken, zonder daadwerkelijk tot maatregelen over te gaan die de verwachte structurele tekorten verminderen. Dit is in lijn met de aanbevelingen van de VNG over hoe om te gaan met het negatieve perspectief. In de aanloop naar structurele oplossingen hebben de VNG en de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken afspraken gemaakt over de – onder de voorwaarde van behoud van het weerstandsvermogen – inzet van het surplus in de algemene reserve ter dekking van incidentele en structurele knelpunten in de exploitatie. Daarbij geldt nadrukkelijk dat dit voor veel gemeenten geen oplossing is voor de structurele tekorten die zich met ingang van 2026 voordoen.
Zolang het Rijk niet terugkomt op eerdere, voor de medeoverheden nadelig uitkomende kabinetsvoornemens, wordt hiermee het belang van oplossingen en/of keuzes in de eigen exploitatie/bedrijfsvoering weer eens onderstreept. Met het traject Meerjarig Financieel Gezond zetten wij stappen op dit vlak. Dat doen we door in beeld te brengen welke variabelen (‘knoppen’) een (deel)oplossing kunnen vormen.
Nagekomen ontwikkelingen
Zoals in het raadsvoorstel opgenomen zijn er nagekomen ontwikkelingen met een invloed op het financiële meerjarenperspectief. Hierbij moet gedacht worden aan de septembercirculaire van het gemeentefonds en de definitieve beschikking over BUIG 2024. Beide zaken zijn niet in deze begroting met het bijbehorende meerjarenperspectief verwerkt. Wanneer we de invloed daarvan op het huidige begrotingssaldo meenemen ontstaat het volgende financiële meerjarenperspectief.
Bedragen * € 1.000 (- = nadeel, + = voordeel)
Ontwikkeling begrotingssaldo |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo begroting |
205 |
-3.832 |
-4.287 |
-4.273 |
Ontwikkeling BUIG |
1.764 |
1.721 |
1.418 |
1.114 |
Septembercirculaire 2024 |
656 |
305 |
236 |
330 |
Bijgesteld financieel meerjarenperspectief |
2.625 |
-1.806 |
-2.633 |
-2.829 |
Let op! Dit perspectief is inclusief: |
|
|
|
|
-Nog te realiseren bezuinigingen van |
330 |
330 |
330 |
330 |
Structureel begrotingssaldo
De provinciaal toezichthouder controleert of er sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting. Daarbij is het uitgangspunt dat van het begrotingsjaar 2025 de structurele lasten worden gedekt door structurele baten en dat de ramingen realistisch zijn. Als hiervan geen sprake is, dan moet aannemelijk zijn dat dit evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.
In deel 4.3 van de begroting zijn in een tabel de incidentele lasten en baten opgenomen. Hieruit blijkt dat in 2025 € 449.000 meer incidentele lasten zijn dan baten. Dit bedrag moet aan het begrotingssaldo worden toegevoegd om het structureel evenwicht te kunnen bepalen. Onderstaande tabel geeft meerjarig het structurele begrotingsresultaat weer.
Incidenteel saldo |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
---|---|---|---|---|
Reëel begrotingssaldo (+ = voordeel) |
205 |
-3.832 |
-4.287 |
-4.273 |
Elimineren saldo incidentele baten en lasten |
-449 |
-287 |
-112 |
13 |
Structureel begrotingsresultaat = reëel saldo gecorrigeerd voor incidenteel resultaat (+ = voordeel) |
653 |
-3.545 |
-4.175 |
-4.286 |