Ontwikkelingen
Groen
Een buitenruimte die door vergroening bescherming biedt tegen hitte en die door de natuur mee te nemen bijdraagt aan welzijn en biodiversiteit. Door ontstenen en het vasthouden van water in het groen vermindert vergroening ook de impact van droogte en wateroverlast. In het groenbeleidsplan 2020-2029 staan vier beleidspijlers beschreven, namelijk 1) het versterken van de biodiversiteit, klimaatadaptatie, 3) het versterken van de groenstructuur en 4) het realiseren van goed groen door samenwerking met inwoners en andere belanghebbenden.
Met het in 2024 vastgestelde groenbeheerplan 2024-2027 geven we uitvoering aan het groenbeheer. We investeren de komende jaren in kwaliteit, benodigde vervanging van bomen en beplanting en vergroening binnen onderhouds- en nieuwbouwprojecten voor een duurzame ontwikkeling van het openbaar groen.
Op basis van de Klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda (2021-2026) werken we aan de doelstelling om Katwijk in 2050 zo klimaatbestendig mogelijk te hebben ingericht. Concrete doelstellingen daarbij zijn: i) een veilig en robuust Katwijk, ii) een bijdrage aan een gezond en leefbaar Katwijk om te wonen, werken en bezoeken, iii) een aantrekkelijk groenblauw netwerk, iv) het beschermen van kwetsbare groepen, v) het verhogen van biodiversiteit en vi) het behoud van waardevolle natuur. Hierin zit ook een belangrijke wederkerige relatie met deelprogramma 7B (riool) – wederkerig, want deelprogramma 7B (riool) beheert het grondwaterpeil en de afstroming van het regenwater. Dit is essentieel voor onder andere een aantrekkelijk groenblauw netwerk. Hierbij zorgt groen samen met een levende bodem voor een betere doorlatendheid van de bodem en dus voor een positieve werking op het voorkomen van wateroverlast.
Spelen en bewegen mag overal en is voor iedereen. De beperkt beschikbare openbare ruimte maakt dat we multifunctioneel met ruimte moeten omgaan. Ook zoeken we naar mogelijkheden om ruime en centrale speelplekken te realiseren bij gebiedsontwikkelingen. Meer ruimte voor bewegen en spelen in de natuur is het thema dat in 2025 extra aandacht krijgt. In 2024 evalueren we het beleidsplan Beweeg- en speelruimte, waarna we in 2025 inzetten op de conclusies uit deze evaluatie.
Milieu
Een duurzame, gezonde en prettige leefomgeving is van groot belang voor de bewoners van Katwijk. De bescherming en de verbetering van de milieukwaliteit heeft daarbij de hoogste prioriteit.
Het stimuleren van natuur- en milieueducatie voor een schone en groene leefomgeving speelt daarbij een grote rol. We willen daarom in 2025 extra inzetten op de samenwerking met milieu- en natuurorganisaties.
Ook zoeken we meer samenwerking met andere kustgemeenten om onze gezamenlijke (milieu)belangen langs de kust beter te behartigen.
De grote (woning)bouwopgave in Katwijk de komende jaren willen we op een duurzame manier realiseren. In 2025 willen we de ambities voor duurzaam bouwen verder vormgeven. Energiezuinig, klimaatbestendig, circulair en biodiversiteit zijn hierbij belangrijke randvoorwaarden.
Energie
‘Voorkomen en bestrijden van energiearmoede, besparen en isoleren.’
De leefomgeving moet op termijn energieneutraal zijn. Het doel is: een CO2-neutrale gemeente in 2050. Hiertoe moet het energiegebruik beperkt worden door isolatiemaatregelen en besparing in het gebruik en moet energie duurzaam opgewekt worden. Een belangrijk uitgangspunt is dat dit voor iedereen betaalbaar moet zijn. Het tegengaan van energiearmoede is een topprioriteit.
De opgave van de energietransitie is groot en maakt onderdeel uit van de bredere duurzaamheidsopgave (zie ook paragraaf Duurzaamheid). Deze transitie is inmiddels doorgegroeid naar een opgavegericht programma waarbij de brede gemeentelijke organisatie betrokken is. De opgave is in vier onderdelen te onderscheiden, namelijk: 1) energiebesparing (onder andere door isoleren), 2) duurzame opwek, 3) onderzoek naar andere duurzame bronnen voor onder meer de warmtevoorziening en 4) duurzame mobiliteit. De inspanningen voor de energietransitie zijn vastgelegd in het Energieprogramma 2024-2027. Deze lijn houden we ook in de begroting aan.
Er is een gezamenlijke inspanning nodig van alle partijen die bij de energietransitie betrokkenen zijn om de ambities te realiseren – met de partijen die in verbinding staan met de inwoners en die samenwerken in hun woonomgeving. We richten ons in eerste instantie op het besparen van energie en het bestrijden en voorkomen van energiearmoede. Accent in de uitvoering ligt bij energiebesparing door het isoleren van de gebouwen en woningen en bewust gebruik van energie. We richten ons in het bijzonder op inwoners met een slecht geïsoleerde (koop)woning, die in mindere mate in staat zijn om isolatiemaatregelen zelf te bekostigen.
Bij de isolatieaanpak kijken we verder dan ondersteuning van particuliere woningeigenaren. VvE’s zijn een grote doelgroep (met grote kansen) waarvoor het verduurzamen een uitdaging is. We willen vanuit de gemeenten verkennen waar mogelijke behoeften en kansen liggen en hoe we hierop kunnen inspelen.
Om isoleren te stimuleren is in 2024 het Katwijkse Isolatiefonds (KIF) en de Lokale Aanpak Isolatie (LAI) van start gegaan. Dit gaat door in 2025. Om energiearmoede op lange termijn te voorkomen en bestrijden is het nodig om eigenaar-bewoners te helpen met het isoleren van hun woning. Ook draagt het isoleren van woningen bij aan het verminderen van het energieverbruik in de bebouwde omgeving. Met het KIF kan een gerichte groep woningeigenaren een flinke subsidie krijgen voor het aanbrengen van isolatiemaatregelen. De LAI wordt gefinancierd met rijksmiddelen. Met deze middelen kunnen we de eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen met een lage WOZ-waarde naast subsidiëren ook ontzorgen in het isoleren van de woning. In de tweede helft van 2024 wordt de tweede tranche (ordegrootte € 1.500.000) van de LAI aangevraagd om extra woningen te kunnen isoleren. In 2025 kan de derde tranche worden aangevraagd.
Om inwoners verder te helpen met het isoleren is in het vierde kwartaal van 2024 een energieloket geopend. Dit is een centraal loket waar inwoners terechtkunnen met vragen over isoleren, financiering, subsidies en het vinden van de juiste installateur. Daarnaast gaat een energieadviseur de wijk in die huis-aan-huis adviseert over de mogelijkheden voor verduurzaming.
Duurzame Warmte
Het beleid voor de warmtetransitie beweegt van een formulerings- naar concretiseringsfase. Eind 2024 komen we met een voorstel om de Warmtevisie te actualiseren om tegemoet te komen aan een van de ambities uit het Coalitieakkoord. We richten ons op het onderzoeken van de technische mogelijkheid, financiële haalbaarheid en maatschappelijke aanvaardbaarheid van collectieve warmte in onze gemeente. Voor dit onderzoek werken we eind 2024 een communicatie- en participatiestrategie uit. Onderdeel hiervan is het ontwikkelen van een dashboard om per wijk inzichtelijk te maken wat de huidige plannen voor de warmtetransitie zijn, zodat inwoners daarop kunnen anticiperen. Dit voortraject wordt gefinancierd met provinciale middelen. De uitkomsten van het onderzoek en verdere strategische keuzes worden verwerkt in een warmteprogramma dat gemeenten uiterlijk eind 2026 opgesteld moeten hebben.
In samenwerking met de Leidse Regio (WLR) hebben we in 2023 een werkprogramma vastgesteld om tot een betaalbare en toekomstbestendige energievoorziening te komen voor alle inwoners en bedrijven in de regio. De basis daarvoor wordt gelegd met de ontwikkeling van een Open Regionaal Energie Systeem (ORES), waarin zowel regionale als lokale bronnen optimaal worden ontwikkeld. De twee belangrijkst bronnen in onze regio zijn Warmtelinq+ (restwarmte Rotterdam) en Aardwarmte Rijnland (geothermie ten noorden van Katwijk). In 2025 gaat Katwijk samen met de vijf andere WLR-gemeenten verder met de verkenning die in 2024 is gestart naar de oprichting van een Regionaal Publiek Integraal Warmtebedrijf (RPIW). Dit jaar zetten we deze verkenning voort en zoeken we de verdieping op. Eind 2025 sluiten we dit proces af met een voorstel voor het tekenen van een samenwerkingsovereenkomst met andere WLR-gemeenten en eventueel andere partijen die deelnemen aan het warmtebedrijf in oprichting. Met dit voorstel besluiten college en raad over het wel of niet committeren aan de oprichting van en deelname aan het regionaal warmtebedrijf. De deelname aan een regionaal warmtebedrijf heeft nog nader in te vullen financiële consequenties. In het bovengenoemde voorstel over het tekenen van de samenwerkingsovereenkomst eind 2025 wordt meer duidelijkheid over deze gevolgen. De daadwerkelijke oprichting van het regionaal warmtebedrijf zal pas na 2025 plaatsvinden.
Ook in Gebiedsontwikkeling Valkenhorst (GOV) zetten we stappen om de wijk van duurzame warmte te voorzien; zie hiervoor paragraaf Gebiedsontwikkeling Valkenhorst (GOV).
Governance en rolneming warmtebedrijf
In 2024 is de verkenning naar een publiek warmtebedrijf Valkenhorst gestart. Hierin wordt de samenhang gezocht met een RPIW zoals hierboven beschreven. We doen onderzoek naar de meerwaarde van een samenvoeging van warmtebedrijf Valkenhorst met een toekomstig regionaal integraal warmtebedrijf. Die gesprekken worden opgestart om duidelijkheid te krijgen over hoe die eventuele samenwerking in de toekomst vorm kan krijgen.
Duurzame opwek en energienetwerk
Naast energiereductie zijn ook in de RES (Regionale Energiestrategie) en het Energieprogramma Katwijk doelen gesteld voor de (lokale) opwek van energie. Echter, de ruimte voor grootschalige energieopwek is zeer beperkt in Katwijk. In 2024 is gewerkt aan een verkenning voor Solar Carports; die wordt verder uitgewerkt. Daarnaast willen we integraal beleid opstellen voor zon op grote daken. Voor deze lokale opwekking van elektriciteit moeten we beleidsregels opstellen met onder andere voorwaarden voor planologische medewerking, het opstellen van omgevingsplannen en het verlenen van vergunningen.
Netcongestie
De afgelopen jaren zagen we een sterke groei van hernieuwbare energie, de bouw van nieuwe woningen, verduurzaming van de gebouwde omgeving en mobiliteit. Door de versnelling van deze ontwikkelingen ontstaat een gebrek aan ruimte op het elektriciteitsnetwerk. Dit kan uiteindelijk resulteren in netcongestie. Er is sprake van netcongestie als de vraag naar of het aanbod van elektriciteit groter is dan de hoeveelheid die het elektriciteitsnet kan transporteren.
Begin 2024 werden we geconfronteerd met netcongestie voor grootverbruikaansluitingen in een groot deel van Katwijk. Als er niet snel oplossingen worden gevonden raakt netcongestie ons allen. Hoewel we congestie niet volledig kunnen voorkomen, zijn er wel maatregelen om de impact van het probleem te vertragen of te verminderen. De drie belangrijkste oplossingsrichtingen waar de gemeente een rol in heeft: 1) het verzwaren van het elektriciteitsnet, 2) het realiseren van alternatieven voor netverzwaring en 3) inzet op samenwerking in de regio om het energiesysteem van de toekomst zo goed mogelijk in te richten.
Netcongestie kan het behalen van de doelstellingen in de Opgave Energietransitie fors vertragen. Daarom zetten we de wijkgerichte aanpak voor het stimuleren van (hybride) warmtepompen op dit moment niet door. Een (hybride)warmtepomp vraagt namelijk meer energie op het al volle netwerk.