Ontwikkelingen
De Participatiewet richt zich op het bieden van bestaanszekerheid en werkgelegenheid. Een vangnet als het (l)even tegenzit hoort daarbij. Er is een nieuw wetsvoorstel in voorbereiding: Participatiewet in balans. De inwerkingtreding van het wetsvoorstel hangt mede af van het moment waarop de Tweede Kamer het voorstel behandelt. De nieuwe wet is meer gericht op de menselijke maat, op vertrouwen en eenvoud.
In 2025 sluiten we aan op deze landelijke ontwikkeling van minder denken in systemen en kijken naar wat inwoners echt nodig hebben. Inwoners die ondersteuning nodig hebben worden door ons gezien, gehoord en ondersteund. En wij werken vanuit vertrouwen.
Veel Nederlandse huishoudens met een inkomen op en rond het sociaal minimum leven in financiële onzekerheid. De bestaanszekerheid van deze huishoudens staat onder druk. Huishoudens met weinig financiële middelen kunnen vaak niet goed meedoen in de samenleving, ervaren kansenongelijkheid, hebben veelal beperkte basisvaardigheden, ongunstige levensomstandigheden, chronische stress en gezondheidsachterstanden. Van onze partners horen we dat zij steeds vaker ook werkende armen tegenkomen. In de uitvoeringsagenda armoede 2025-2028 hebben we hier aandacht voor.
We zetten in op het verstevigen van de bestaanszekerheid van onze inwoners en het meedoen mogelijk maken. We willen voorkomen dat inwoners van onze gemeente in armoede en schulden terechtkomen of blijven. Het Sociale Wijkteam en/of onze partners signaleren in een vroeg stadium (intergenerationele) armoede en schulden. We maken die bespreekbaar, denken mee en doen een aanbod voor hulp op maat. We staan hierbij naast onze inwoners en vergroten de eigenwaarde en samenredzaamheid, gericht op een financieel gezonde toekomst. Daarbij hanteren we de menselijke maat en stellen we ons behulpzaam en barmhartig op. Als overheid willen we hierbij vanuit vertrouwen in de inwoner en de professional werken.
Voor inwoners met een laag inkomen zijn er in de gemeente Katwijk verschillende inkomens- en minimaregelingen, zoals bijstand, de Doe Mee!-regeling en een collectieve zorgverzekering. Gezinnen met kinderen kunnen gebruikmaken van de regelingen Jeugdfonds Sport & Cultuur en Stichting Leergeld. Ook in 2025 ligt de inkomensgrens van deze regelingen op 130% van het sociaal minimum.
Vroegsignalering van betalingsachterstanden voor huur, water, energie en zorgpremie is belangrijk om schulden te voorkomen. Op basis van signalen van betalingsachterstanden bij vastelastenpartners zoeken we contact met deze inwoners en doen we indien gewenst een aanbod voor ondersteuning. Het regelen van schulden verloopt via het Budget Informatiepunt in samenwerking met netwerkpartners.
Energiearmoede
Het college heeft het voorkomen en bestrijden van (energie)armoede als topprioriteit benoemd voor de huidige collegeperiode. Met het Winterplan 2022/2023 is ingezet op financiële ondersteuning op de korte termijn. Inmiddels zijn energieprijzen gestabiliseerd en zijn tijdelijke regelingen van rijkswege afgelopen. De aanpak van energiearmoede blijft bestaan in de vorm van met name ondersteuning bij het verduurzamen van niet-energiezuinige woningen. In geval van (incidenteel) extreem hoge energielasten proberen we inwoners met gericht maatwerk te ondersteunen.
(Zie programma 7 voor de praktische uitwerking, taakveld 7.4 Milieubeheer en paragraaf 8 Energie en duurzaamheid voor de verdere uitwerking van de aanpak van energiearmoede).
Landelijke ontwikkelingen
De Commissie sociaal minimum heeft in september 2023 een tweede en afsluitend adviesrapport gepresenteerd: ‘Een zeker bestaan II’. Het overheidsbeleid moet zich, zo stelt de commissie, richten op twee zaken: 1) zorgen voor een toereikend inkomen en 2) zorgen voor een voorspelbaar en toegankelijk stelsel dat uitvoerbaar en houdbaar is. Het advies is om het sociaal minimum iedere vier jaar te herijken en dit wettelijk vast te leggen. De commissie is ook van mening dat de wettelijke positie van kinderen moet worden versterkt, bijvoorbeeld door een wettelijk recht te regelen op basisvoorzieningen zoals warm water en energie. Verschillen tussen gemeenten zijn te groot geworden – wat niet wenselijk is – is ook een van de conclusies.
Het Centraal Planbureau (CPB) onderzoekt in 2024 de effecten van de wijzigingen van het minimumloon. Mogelijk worden in 2025 nieuwe landelijke maatregelen ingezet.